Tan-za-dan-nie-jonguh (of 'gek met zijn hek') - Reisverslag uit Nairobi, Kenia van Marleen - WaarBenJij.nu Tan-za-dan-nie-jonguh (of 'gek met zijn hek') - Reisverslag uit Nairobi, Kenia van Marleen - WaarBenJij.nu

Tan-za-dan-nie-jonguh (of 'gek met zijn hek')

Door: Marleen

Blijf op de hoogte en volg Marleen

01 Juli 2014 | Kenia, Nairobi

Sinds de vorige blog is zoveel tijd verstreken dat ik eigenlijk niet eens meer weet waar ik moet beginnen, dus laat ik van start gaan met een deel van de titelverklaring. Zoals in de vorige blog aangekondigd, maakten Bart en ik ons op voor een tripje Tanzania met wat lui van de Nederlandse ambassade. Vertrek: donderdag 22 mei in alle vroegte. Ineens bleek er voor Bart een werkreisje naar het leukste land ter wereld op het programma te staan, vertrek dinsdag 20 mei, terugkomst in Nairobi: donderdag 22 mei in de late avond….. en dat terwijl hij pas 1 nacht terug was van 8 dagen Europa. Tja werk gaat nou eenmaal voor het meisje dus ik schaakte mezelf zonder echtgenoot op ons eerste vakantietripje. Bart zou nog proberen om aan te haken, maar we wisten eigenlijk bij voorbaat al dat dat een kansloze missie zou worden. Onze huurauto mocht niet mee de grens over, grensovergangen zijn hier sowieso een redelijke uitdaging, en wij bleken bij Lake Natron (de eerste stop) gewoonweg geen telefoonbereik te hebben, zodat de noodzakelijke afstemming ook niet meer kon plaatsvinden. Maar goed, gelukkig was de rest van de reizigers uitermate aangenaam gezelschap.

Een groot deel van de route van de eerste dag was offroad en het is regentijd, dus iedereen verwachtte een lekker modderbad voor de diverse 4x4’s. Niets was minder waar, de tocht naar Lake Natron was een enorme stofbende, verstikkend, heet en redelijk uitputtend aangezien we kort na de lunch zijn gestrand in een stofzandduin die zich voordeed als weg. De auto van ome Jojo (waar ik mij ook ik bevond) raakte vast op een Dakar-waardige manier: tot aan de assen in het fijne zand. Drie kapotgetrokken sleepkabels en twee uur graven in de bloedhete zon later begon iedereen een beetje zenuwachtig te worden. Het wordt hier snel donker, we hadden geen sleepkabels meer en we zaten echt in het midden van nergens. Iets dat eerder op de dag nog enorm charmant was aangezien tijdens onze lunchstop er wat Masaï kindjes op ons af kwamen die heel duidelijk niet gewend waren aan blanken. In tegenstelling tot de kinderen op de toeristische routes vonden deze koters ons toch nog maar eng (weten wij veel waar Masaï ouders hun kinderen mee in het gareel krijgen: “als je nu niet gaat slapen komt de blanke je halen, stopt je in een zak en neemt je mee naar Spanje”... ;-) ). Ze vroegen om wat water, dat we aan moesten gooien (in een fles, voor de bijdehante lezers) omdat zelfs de dapperste ons tot niet meer dan 2 a 3 meter durfde te naderen. Op een gegeven moment was de interesse wel een beetje gewekt en toen ik mijn gezicht begon in te smeren met zonnebrandcrème brak de hilariteit los. Foto’s mochten er helaas niet gemaakt, dan stoven ze echt alle kanten op, wat ik wel jammer vond want ze zagen er echt prachtig uit. De hele route was bij tijd en wijle trouwens aardig adembenemend.

Maar goed terug naar het zand, uiteindelijk is 1 van de heren de route een stuk terug gereden, we hadden namelijk eerder wat trucks zien staan die klaarblijkelijk wat aan de ‘weg’ aan het werk waren en hoopten daar hulp te kunnen krijgen. Een beetje een gokje, want we hadden geen mensen gezien. Na zo’n 3 kwartier kwam hij inderdaad terug gevolgd door een grote lorrie, werden we los getrokken en konden we verder (na eerst een biertje op de goede afloop gedronken te hebben). De eindbestemming, Lake Natron, moest gehaald omdat er geen andere overnachtingsmogelijkheid op de route was. Er was trouwens ook geen andere route, iets waar een deel van de Masaï bewoners (het niet zo gezellige deel) misbruik van maakt door illegale tolpoorten op te werpen. Elke lokale met een pen en een schriftje doet of hij de afgezant van de president zelf is, schrijft met groot misbaar je kenteken op en vraagt vervolgens $10 per persoon en vaak ook nog een fiks bedrag per auto. Nu ben ik niet snel opgefokt maar van dit soort praktijken komt de stoom echt uit mijn oren. In de schemering, met het eindpunt in zicht en geen andere mogelijkheden ben je letterlijk aan de genade van die lui overgeleverd.

Het kamp in Lake Natron bleek gelukkig ingerichte safaritenten te hebben, want na alle belevenissen van die dag had niemand meer veel zin om zijn tentje op te zetten in het donker. Een heerlijke BBQ onder een prachtige sterrenhemel sloot de dag perfect af. De volgende dag een tripje naar het meer (hoppa, weer betalen aan iemand met een schrijfblokje, ik ga ook zo’n ding kopen) wat flamingo’s gezien en een giraffe of twee gespot. Vervolgens door naar de NgoroNgoro krater. Een oude vulkaan met een doorsnee van zo’n 19 kilometer waar binnen de kraterrand elk denkbaar wild beest te vinden is, maar ook daar kwamen we niet zonder slag of stoot. Ons plan: vroeg op en bij zonsopgang de krater in omdat je dan het meeste wild spot, viel in het water omdat je (ter voorkoming van corruptie geloof ik) niet meer bij het park kan betalen, maar naar de bank moet om te parkfee te storten. Prima, alleen ging de bank pas om half 9 open, wisten ze daar niet wat wij moesten betalen, moesten we eerst naar een verderop gelegen kantoor van de Wildlife service voor een bonnetje met de prijs en dan weer terug naar de bank om vervolgens met het stortingsbewijs weer terug te komen naar de Wildlife service en daarna moet je nog even je met de hele zooi aanmelden bij de parkingang waar ze een permit voor je schrijven. Halleluja, de strijd tegen corruptie vergt wel wat opoffering. Maar dan heb je ook wat: de krater is prachtig, net als de omgeving en de rit over de kraterrand en ik word nog enthousiast van elke zebra, olifant en nijlpaard. Ik hoop dat ik dat nooit verlies.

Terug in Nairobi kon ik Bart, na hem twee weken eigenlijk niet gezien te hebben, weer in mijn armen sluiten. Dat was ook wel weer ff nodig, ik had de week voor Tanzania (toen Bart in Wenen zat) mijn eerste echte dipweek. Ik was ziek en moest laten bloedprikken (wat de eerste keer toch wel spannend is omdat je niet weet wat je aantreft in een Afrikaans ziekenhuis), Fjodor was ook weer ziek, ik heb uiteindelijk toch mijn huishoudster moeten ontslaan omdat er voor de tweede keer geld was verdwenen (iets wat ik natuurlijk totaal onaangedaan en rustig aan haar kon meedelen, NOT, ik was bijna gezwicht voor alle smeekbeden), bij het thuisfront liep het niet lekker en de dreigingsgraad in Nairobi was in die week flink opgeschroefd. Na een leuke kampeertrip en met man aan mijn zijde is het leven dan toch weer een stuk zonniger.

Uiteraard was de dipweek niet alleen maar ellende. Het bezoek aan Kibera stond op het programma. Kibera is de grootste sloppenwijk van Nairobi, zo’n anderhalf miljoen mensen and counting. We hebben daar 3 schooltjes bezocht die gesteund worden door het project waar ik voor aan de slag ga (daarover de volgende keer meer). In die omgeving ben je trouwens vrij snel over je eigen dip heen. Geen stromend water, alleen elektriciteit als ze die illegaal kunnen aftappen, 3 ziekenhuizen voor al die mensen (als je er niet ’s morgens voor 6 uur staat, kom je die dag niet meer aan de beurt) en een omgeving die eruit ziet als een vuilnisbelt. Toch maken mensen er wat van en werden we hartelijk ontvangen. Ik voelde me een beetje meneer Cactus, niet alleen om aan te vragen, maar ook om aan te raken (ik heb letterlijk zo’n 150 plakkerige handjes geschud of ‘gehigh-fived’). Persoonlijke ruimte is daar niet een groot goed . Op de terugweg zijn we over de markt van Kibera gelopen (als je wil weten waar de spullen blijven die jij in de zak van Max stopt, moet je daar eens kijken) voor de vlooienmarkt liefhebbers een groot paradijs, omdat je voor zo’n 50 eurocent toch al een vintage ;-) shirt kan scoren. Voor de lokalen grote noodzaak, omdat nieuwprijzen in de winkels hier voor hen de pijngrens ver te boven gaan. En mensen kunnen hier echt alles gebruiken, zo was ik door mijn oude slippers heen (hele leuke met gouden glitters). Omdat de aanhechting aan de zool eruit was gescheurd, had ik ze in de vuilniszak gestopt. Onze tuinman vroeg wat er met mijn slippers was, waarop ik meedeelde dat ze kapot waren. Een aantal dagen later kwam ik er achter dat, wat ik kapot vind, voor mijn tuinman met een beetje superglue nog een paar heel kittige slippertjes oplevert. Waar hij tot mijn hilariteit lekker de honden op uitlaat omdat nergens staat dat ze voor meisjes zijn.

Overigens houdt Fjodor hier de gemoederen aardig bezig. Omdat je als rechtgeaarde expatvrouw natuurlijk niet zonder huishoudster kan, gingen de buurvrouw en ik op zoek naar een nieuwe. Wij dachten een goede gevonden te hebben, alleen bleek al snel dat de honden daar helaas anders over dachten. Nadat de herders van de buren haar ’s morgens al opgejaagd hadden, besloot Fjodor dat het helemaal niet nodig was, dat ze ons gloednieuwe hek (dat we daar speciaal hadden neergezet zodat de hondjes hun eigen terrein om het huis hebben) binnenkwam. Woest blaffend joeg hij haar uit het hek en toen ze in paniek wegrende, besloot hij zijn actie met een kleine knabbel aan haar achterwerk. En jawel, wederom een nieuwe personele uitdaging. De geruchtenmachine op de compound maakte overuren. De andere hulp van de buren had tegen haar gezegd dat hondentanden giftig zijn en niemand van het personeel durfde meer zomaar het hek binnen (waardoor Fjodor zich natuurlijk helemaal ‘King of the gate’ voelde). Omdat ze een heel klein schrammetje had, toch maar even naar de dokter voor een tetanusprik. Ik kan je vertellen dat je je behoorlijk koloniaal voelt als je met je Keniaanse hulp bij de dokter zit om het woord te doen en af te rekenen. Maar goed, dapper als ze is (of wanhopig genoeg) is ze gebleven en zijn wij een mediationprogramma begonnen tussen Fjodor en de voltallige staf. Het begint zijn vruchten af te werpen en de rust is weer hersteld.

Grote test voor de herstelde relatie was afgelopen weekend. Bart en ik gingen (dan toch eindelijk samen) en weekendje kamperen in Lewa, het wildpark bij Mount Kenia waar ik de halve marathon ging rennen. Een collega van Bart had kort van te voren een kaartje over voor dit bijzondere evenement, waardoor ik me toch genoodzaakt voelde om mee te doen. Helaas met wat weinig voorbereidingstijd. Maar de vier weken die ik had heb ik braaf getraind door in de relatieve warmte op 1.700 meter in Nairobi heuvel op heuvel af te rennen, vergezeld door Bart of een van de herders van de buren. De route loopt door het wildpark heen en de organisatie zorgt met een aantal helikopters van Kenya Wildlife services dat het parcours vrij blijft van groot wild. Vlak voor de start hadden ze nog een zwarte neushoorn van het pad gejaagd. Het bleek alles wat ik er van verwacht had. Een relatief zwaar en heuvelachtig parcours, op nog steeds 1.500 meter hoogte en warme omstandigheden ondanks de vroege start, maar zo ontzettend mooi en indrukwekkend dat je dat allemaal vergat. De loop ging helaas niet helemaal in de tijd die ik gehoopt had, omdat ik op zo’n 15 kilometer een toilet moest opzoeken (mijn benen waren helaas niet meer het enige dat liep ;-) ). Dit koste veel tijd omdat degene voor mij (een toeschouwer bleek uiteindelijk) er ruim de tijd voor nam. Toen ik mijn loopmaatje uiteindelijk weer had ingehaald, bleek zij zo’n kramp te hebben dat het tempo naar beneden moest. Maar we konden blijven rennen en hebben de finish gehaald, zonder neushoorns…….

Bij thuiskomst in een (nog steeds leeg) huis bleek alles goed gegaan met Fjodor in de dagen dat de wacht voor hem had gezorgd, Sunka had zichzelf uitermate vermaakt door de nieuwe aanplant uit de tuin te raggen en ook Fjodors voer op te eten, dus die hebben we in een hoekje gerold en op dieet gezet. Eind goed, al goed!

In blijde afwachting van onze container groet ik u!

  • 02 Juli 2014 - 15:52

    Stief:

    Wat een avontuur weer. Geweldig!

  • 02 Juli 2014 - 21:14

    Yankees:

    Goeie verhalen zeg, maken we hier niet mee. Wel andere dingen. Gistermiddag was ik bijvoorbeeld ineens al m'n pennen kwijt, ook stress hoor. Maar daar vertel ik jullie volgende week wel meer over. Tot dan!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Marleen

Actief sinds 26 Maart 2014
Verslag gelezen: 2656
Totaal aantal bezoekers 5995

Voorgaande reizen:

14 Maart 2014 - 31 December 2016

Kenia

Landen bezocht: